Gedragsproblemen

Kinderen zijn allemaal wel eens boos. En met enige regelmaat ook boos op hun ouders. Dat hoort zelfs bij de ontwikkeling van een kind. Ook boos zijn op broertjes of zusjes is op sommige leeftijden passend bij de ontwikkeling. Met boos zijn op zich is dus niets mis. Behalve wanneer de boosheid het leven van het kind zelf en zijn of haar omgeving gaat bepalen. Zoals wanneer een kind in de boosheid materiele schade aanricht. Of wanneer ze in hun boosheid relaties kapot maken. Veel kinderen balen daar achteraf zo van, dat ze ook nog eens boos op zichzelf worden. Een cirkel waar ze moeilijk uit kunnen komen.

Behandeling
In de behandeling van gedragsproblemen maken we veel gebruik van cognitieve gedragstherapie. We leren het kind en de ouders om op alternatieve manieren met boosheid om te gaan. Dat kan door middel van het aanleren van alternatieve gedachten. Maar het kan ook door het aanleren van alternatief gedrag. Ook de reactie van ouders en broertjes of zusjes kan bepalend zijn in het gedrag van het kind. Daarom worden ouderbegeleiding en soms ook systeemtherapeutische interventies ingezet in de behandeling van gedragsproblemen

Wanneer de gedragsproblemen (ook) op school spelen zal contact worden gezocht met de leerkracht of de intern begeleider. Mogelijk kunnen we samen een aanpak bedenken die bij het kind en de leerkracht en de klas waarin het kind zit past.